Techniek
Het radiolichtschip Jenni Baynton is niet alleen een schip met dimensies zoals lengte, breedte en diepgang, maar ook met allerlei machines, apparaten en voorzieningen die zorgen dat de uitzendingen kunnen worden uitgezonden, dat er water uit de kraan komt, dat het licht aan kan als het donker wordt en dat de kachel aan kan als het te koud wordt. In dit hoofdstuk maken we een wandeling dor het schip en bekijken we wat er zo allemaal komt kijken om een zendschip operationeel te houden.
Het schip
Het schip is opgeleverd in 1948 en gebouwd door de scheepswerf Philip & Son, in Dartmouth, Devon in Engeland. De lengte over alles is bijna 42 meter, maar omdat het helikopterdek nogal uitsteekt is de lengte van het schip zelf krap 37 meter. Met een breedte van ruim zeven en een halve meter en een diepgang van 3 meter 10 levert dat een schip op van 520.000 kilo.
Capaciteit
De originele opslagtanks voor drinkwater zijn nog aanwezig en hebben een capaciteit van een kleine 20.000 liter. De opslagtank voor brandstof (diesel) is tijdens de verbouw tot discotheek geleed en volgestort met beton. De huidige opslagcapaciteit van brandstof bedraagt 2500 liter. Het water wordt door middel van een hydrofoorpomp op druk gezet in de leidingen en daardoor werkt de waterleiding onder dezelfde druk als die thuis. De brandstof wordt vanuit de grote bunker opgepompt naar een dagtank.
Generatoren
Om te beginnen heb je elektriciteit nodig. Dat kun je van de wal halen als de aan de kade ligt, maar om ook op plaatsen waar geen walstroom aanwezig is (zoals midden op zee) te kunnen werken en leven is een interne energiebron onontbeerlijk. Op de Jenni Baynton hebben we op dit moment (2011) een tweetal generatoren:
Generator 1 | Generator 2 | |
---|---|---|
Merk | Lister | Liister Petter |
Brandstof | Diesel | Diesel |
Vermogen | 20KVA | 12,6KVA |
Bouwjaar | 2009 | - |