Hoe werd Lightvessel 8 Jenni Baynton?
Sinds de dag dat het voormalige “lightvessel number 8” en de voormalige discoboot “Barocca” de bestemming zendschip heeft gekregen is er een proces gestart dat sindsdien niet meer is gestopt. Nog in de Waalhaven van Rotterdam, waar het schip nadat de vergunning om als discotheek te fungeren was ingetrokken werd geparkeerd, werd begonnen met het verwijderen van alle losse troep die zich op het schip had verzameld. Na de reis naar Harlingen is daar met grote voortvarendheid op voortgeborduurd. Op deze plek geven wij een chronologisch overzicht van de werkzaamheden die aan het schip hebben plaatsgevonden met uiteindelijk de situatie zoals die nu, op het moment dat u dit leest, is.
Waarom een lichtschip?
In de loop van 2004 werd het de eigenaar van de radiostations Radio Waddenzee en Radio Seagull al snel duidelijk dat het vinden van een opstelplaats voor de zender van de frequentie die zij hadden bemachtigd geen eenvoudige uitdaging was. Nadat in het Friese Finkum een boer bereid was gevonden een stuk weiland voor dat doel te verhuren bleek de aanvraag voor de bouwvergunning die voor de masten nodig was een horde van betekenis. Zo groot dat al snel werd besloten om een plan B te ontwikkelen voor het geval de bouwvergunning uiteindelijk zou worden geweigerd. Men besloot in dat geval een zendmast aan boord van een schip te zetten. Een van de initiatiefnemers had eerder al kennis gemaakt met het uitzenden vanaf een schip en met name toen dat vanaf een lichtschip gebeurde (de LV 18 in Harwich) is de liefde voor dat speciale soort schip ontstaan. Een lichtschip moest het worden en een zoektocht naar lichtschepen waarvan de eigenaar bereid was die van de hand te doen was begonnen.
In Nederland bleken drie voormalige lichtschepen te koop te zijn en in het buitenland ook drie. Om te beginnen werden de schepen in Nederland bekeken. In Amsterdam was dat LV 94. Het schip maakte deel uit van de historische vloot die bij de voormalige NDSM in Amsterdam Noord ligt. Het schip was toen het door Trinity House (het Engelse loodswezen) werd geautomatiseerd, van nagenoeg alle accommodatie ontdaan en vervolgens vol pur schuim gespoten. In Amsterdam is het schuim verwijderd en is het schip inmiddels verbouwd tot uitgaansgelegenheid voor themafeesten. De vraagprijs was voor ons reden om het schip als mogelijkheid af te voeren.
De nadere twee schepen lagen in Rotterdam. De voormalige LV 12 lag in de museumhaven en was omgedoopt in de Breeveertien. Het schip was verbouwd tot horecagelegenheid met restaurant en bezat niet alleen een volledige horeca-keuken, maar zelfs een lift. Om aan de eisen voor horeca-gelegeheden te voldoen was het dekhuis in de lengte doorgesneden en was er een strook van zo’n 50 centimeter tussengelast om op die manier voldoende stahoogte te creëren. Ook hier was de vraagprijs aanleiding om de mogelijkheden van aankoop verder niet te onderzoeken.
Het andere schip in Rotterdam was de voormalige LV8, inmiddels omgedoopt tot Barocca. Het schip was omgebouwd tot discotheek en had van 1991 tot 2000 aan de Wijnhaven als zodanig dienst gedaan. Na de brand in Volendam bleken de aangescherpte eisen voor horecagelegenheden een te groot struikelblok en viel het doek voor de Barocca. Het schip werd opgelegd eerst in Moerdijk en later in de Waalhaven, waar het door junks en zwervers compleet werd uitgeleefd. Ook dit schip leek in eerste instantie niet geschikt, maar dat kwam voornamelijk door de ongelooflijke chaos die er aan boord was.
Een bezoek aan Liverpool leerde dat de LV23 (ook bekend als de Planet) uitermate geschikt was voor het beoogde doel. Een prachtig schip, behoorlijk achterstallig onderhoud, maar nagenoeg origineel waarbij als enorm pluspunt gold dat de generatoren 240 volt produceerden in plaats van de gebruikelijke 110 volt. De koopprijs oversteeg het budget vele malen, maar er was ook een optie tot huur. Dat de 23 het niet werd lag aan de transportkosten. Een sleep via de Ierse zee naar Nederland zou met € 30.000,- niet betaald zijn en de alternatieve route dwars door Schotland (Caladonian Channel) viel af doordat een aantal van de vele sluizen in dat vaarwater onvoldoende diepgang had voor het schip. Het laatste alternatief was uit de lucht komen vallen. De CIL (Commissionary of Irish Lights) stelde in 2004 een van de laatste drie Ierse lichtschepen buiten gebruik. De SKUA werd van zee gehaald en in Dun Laoghaire te koop aangeboden. Ook dit schip leek ideaal voor de taak. De sleeptocht was bijna net zo duur als de 23, maar de koopprijd werd bij tender (openbare inschrijving) bepaald. Helaas was ons bod onvoldoende. Uiteindelijk kwamen we weer terug bij de LV 8, de Barocca.
Schip gevonden
Het werd dus de voormalige LV 8, in Rotterdam bekend als “de boot Barocca”. Dat betekende meteen een enorme uitdaging want hoewel de staat van schip als “schip” onder de rotzooi eigenlijk helemaal niet zo slecht was, was juist die enorme hoeveelheid troep in combinatie met de aanpassingen die aan het schip waren gebeurd de grote uitdaging die we moeten aangaan. Om te beginnen hebben we in Rotterdam skip besteld waar we troep in kwijt konden. Toen de afvalcontainer ècht niet voller kon was er op het schip niet te zien dat er überhaupt iets van de stapel was afgegaan. In mei 2005 zijn we met voordereidingen begonnen om het schip van de ligplaats in Rotterdam aan de Waalhaven bij MNO Vervat, naar de nieuwe thuishaven in Harlingen te slepen. Daartoe was niet alleen een sleepboot nofig, maar ook een door een officiele surveyor afgegeven certificaat dat het schip “fit to tow” verklaarde. De keuring door de surveyor leerde ons dat er van de oorspronkelijke zeewaardigheid van het lichtschip bitter weinig over was. Nagenoeg alle waterdichte schotten waren verwijderd of ten behoeve van de horecafunctie voorzien van gaten. De voor horeca-gasten zo nuttige brede trappen en ruime doorgangen betkenen dat wanneer het schip een klap water overkrijgt in no-time volloopt en omslaat. We kregen uiteindelijk een goedkeuring voorzien van een windbeperking en op zaterdag 25 juni 2005 vertrokken we ’s ochtends zeer vroeg uit Rotterdam (vrij naar Ketelbinkie).
De tocht over de Nieuwe Waterweg was een aparte belevenis. Omdat het schip als het door de sleepboot van rederij Waterweg uit Den Helder gesleept zou worden was de totale langte meer dan 75 meter en zouden we loodsplichtig zijn. Loodsen zijn duur en gezien het no-budget karakter van de club was de beste oplossing de sleepboot met de voorkant tegen de voorkant van het lichtschip te leggen en de Nieuwe Waterweg duwend af te leggen. Omdat het lichtschip groot is en de sleepboot klein gaf dat een opmerkelijk effect. De schepen die het kanaal opvoeren richting Rotterdam zagen met grote snelheid een lichtschip achterstevoren op zich afkomen (zij konden de sleepboot niet zien). Dat heeft de nodige verwarring gegeven. Ter hoogte van de veerbootterminal bij Hoek van Holland werd de situatie omgedraaid en ging de sleepboot ook echt trekken. Zo voer een wonderlijk transport de haven van Hoek van Holland uit en had de LV 8 sinds vele vele jaren weer eens zout water onder de kiel.
Aan boord maakte de bemanning, bestaande uit Dick Schaafsma, Peter Fransz, Niek Ketelaar, Herry Kuipers en Sietse Brouwer zich nuttig door de in Rotterdam begonnen opruimactie voort te zetten. De inzet was trouwens ook vereist bij het klaren van de spuigaten. Door de onbeschrijflijke troep die op het voordek had gelegen voor het vertrek was er ook veel klein materiaal aan dek blijven liggen dat door het overkomende water naar de spuigaten werd gespoeld, maar daar vervolgens die gaten verstopte. Bij voortduring moesten die gaten worden schoongemaakt zodat het water weg kon. De wind haalde in de loop van de dag aan tot een windkracht 5. Het effect op het schip was opmerkelijk. Ze begon keuring te stampen, maar slingerde eigenlijk niet, waarschijnlijk als gevolg van de bouw. Tegen de avond werd in Den Helder de nacht doorgebracht om vervolgens op zondag 26 juni 2005 via de Waddenzee naar Harlingen te varen. Daar kwam het schip om 13.30 de haven binnen. Omdat het schip er niet bepaald representatief uitzag is, na een aantal dagen bij de plaatselijke scheepswerf gelegen te hebben, besloten het schip te verplaatsen naar een zij-arm van het Van Harinxmakanaal. Daar kon in relatieve beschutting het schip verder in de staat gebracht worden die het mogelijk zou maken haar als zendschip op zee te verankeren. Het was iedereen duidelijk dat de aanpak van het project zendschip gefaseerd moest gebeuren. Er moest zoveel gebeuren en er waren zoveel verschillende mensen en disciplines nodig dat zomaar lukraak beginnen zou leiden tot een chaos. Daarom was de eerste doelstelling het totaal uitgeleefde, half gesloopte en flets gekleurde schip toonbaar te maken. Die doelstelling was duidelijk en betekende dat er voorlopig alleen maar gesloopt zou worden. Met een groep mensen werd in de zomer van 2005 aan die uitdaging begonnen. Peter Fransz, Dick Schaafsma, Wopke Bijlsma, Herry Kuipers en Sietse Brouwer reisden zaterdag na zaterdag naar de opvaart in het Van Harinxmakanaal, op industrieterrein Oostpoort om de volgende slag te maken.
Als eerste werd de tentconstructie met de ramen aan de zijkant verwijderd. De bar onder het helikopterdek werd gebruikt als leefruimte en de twee ruimten benedendeks achter een van barren die nog het meest leken op hutten werden gebruikt door de mensen die langer dan een dag aan boord bleven. In 2005 nog werd een presentator van Radio Waddenzee aangesteld als wachtsman aan boord. Erik Rijnart verhuisde van Leeuwarden naar het schip om daar zijn intrek te nemen en te helpen met het opknappen. Na enkele maanden bleek dat een ongelukige keus en verliet Erik èn het schip, èn Radio Waddenzee.
Een jaar lang werd er gewerkt aan het min of meer toonbaar maken van het schip. Veel werd er gesloopt en een groot aantal aanhangwagen afgeladen met rotzooi zijn naar de gemeentewerf gebracht. Uiteindelijk werd het schip buitenom geverfd en door Peter Fransz van de belettering voorzien. Het werd tijd om het schip te verplaatsen naar een makkelijker toegankelijke lokatie en tegelijk een ligplaats waar ze wat meer in het oog sprong. Op 26 juli 2006 werd het lichtschip door sleepboot “Bonny” van rederij Koehoorn door de Tjerk Hiddessluizen naar de Zuiderpier in Harlingen vervoerd. Het was nog geen radioschip, maar oogde wel weer netjes en onderhouden als een lichtschip
Opdracht 2: Uitzendfähig maken
Nadat het schip, inmiddels weer herkenbaar als voormalig lichtschip, aan de steiger langs de Zuiderpier is afgemeerd wordt een begin gemaakt met de transformatie naar radioschip. Dat betekent dat er een mast op en studio’s in het schip moeten komen. In het begin van de herfst van 2006 krijgen we van de havendienst van Harlingen toestemming om het schip voor de duur van de winter te verpolaatsen naar het “dok”. Gedurende het vaarseizoen het domein van de charterschepen van de “bruine zeilvaart”. Vlak onder de oude, tot eenkamerhotel omgebouwde, havenkraan meert het schip af. De voordelen zijn enorm. Naast een ligplaats waar we met de auto tot naast het schip kunnen komen is er stromend water. Door de goeie bereikbaarheid kan nu ook een planning gemaakt worden die er toe leidt dat op 12 maart 2007 de zendmast van 40 meter op het schip geplaatst kan worden. Met name Walter Galle, Peter van Parijs en Bob Noakes hebben bergen werk verzet om de mast op zijn plaats te krijgen (en vooral te houden). Kort na het plaatsen van de mast start het vaarseizoen weer en moet de Jenni Baynton plaats maken voor de reguliere gebruikers, de charterschepen van de bruine zeilvaart. Met behulp van de Terschellingerbank van rederij Waddentransport wordt het schip teruggebracht naar de oorspronkelijke ligplaats aan de steiger langs de Zuiderpier. Nu breekt een periode aan waarbij de uitzendwaardigheid van het schip in hoog tempo wordt gerealiseerd. Op 19 juli 2007 wordt een heuse AM zender aan boord gebracht. Het betreft een tweedehands (nou ja samengesteld uit 3 verschillende tweedehands) 1 kilowatt Redyfon. Herry KUipers en Sietse Brouwer hebben de zender met een bus uit Engeland gehaald. In wat we, overigens volkomen ten onrechte, het stuurhuis noemen wordt de eerste studio gerealiseerd. Dat is reden voor een feestje en omdat de Radio Seagull presentator Chris Kennedy toch al aan boord is om live programma’s te verzorgen vanaf het schip is aan hem de eer om de studio, onder het toeziend oog van vele camera’s, officieel in gebruik te nemen op 28 juli 2007. We hebben een compleet radioschip…….nu alleen nog naar zee.
Bewoonbaar maken
In de loop van het jaar 2007 is begonnen met het tot stand brengen van de meest basale voorzieningen. Naast een aantal hutten en toiletten die niet meer met een emmer doorgespoeld moesten worden, maar “doortrekbaar” waren werd ook een heuse messroom (soort huiskamer) tot stand gebracht. In 2008 vond de eerste offshore uitzending plaats. De accommodatie was inmiddels zover gevorderd dat een kleine week geankerd kon worden aan een door Rijkswaterstaat geplaatste boei. Er was nauwelijks voldoende capaciteit voor water en brandstof, maar het lukte en werd een groot succes. In 2008 werd de accommodatie verder verbeterd en de grote klapper kwam in 2009 toen het schip een enorme vooruitgang boekte. Er werden waterdichte schotten geplaatst, er kwam een nieuwe generator aan boord en het meest belangrijke, er kwam een werfbeurt. Het schip werd schoongespoten en in een verfsysteem gezet. De vlakdiktemeting wees uit dat de scheepshuid gemiddeld 13-14 milimeter was. In 60 jaar slechts een millimeter verloren!!!